Noorderliggend naar het Zuiden

Laatste verhaal

Na m'n laatste bericht van 4 juni is het een tijd radiostilte geweest. Debet zijn het beperkte aanbod van internetcafés en eigenlijk heb ik op vakantie wel wat beters te doen dan uren achter een peecee zitten. Maar eenmaal thuis zal ik mijn relaas afmaken, vooral met het doel m'n gedachten te ordenen.


2-5 juni, adempauze in Royan na 2.300 km.

De eerste paar dagen heb ik zo'n 6 km buiten Royan op Camping Walmone gestaan. Huishoudelijke zaken, beetje rondgetoerd in de omgeving, natje, droogje en dat soort dingen. Dat alles onder een bakkende zon dus een hele straf was het niet en daarbij kreeg m'n knie rust. De laatste nacht heb ik een andere camping in het centrum van Royan genomen: de campingbaas van Camping Walmone blijkt een ontzettend stuk sjachrijn, heb ik ff geen zin meer in, bovendien blijft het koele verlokkende campingzwembad ook tijdens deze hitte dicht (tip: niet naar Camping Walmone in St. Sulpice-de-Royan gaan!). Zaterdag 5 juni blijken de bestelde fietsonderdelen nog steeds niet binnen (conclusie: Express-post is vooral een mooi marketing-product maar het werkt niet! Sukkels). Ik heb geen zin nog 2 á 3 dagen m'n tijd hier te verzinlozen dus besluit om met de trein verder te gaan naar Caen, overbrug dan maar een heel stuk steil-Frankrijk op die manier. De fiets kan niet mee vanuit Royan, dus eerst fietsen naar het station in Rochefort. Da's slechts 40 km over relatief vlak terrein, mooi tochtje door prachtig estuarium (waard om een andere keer beter te bekijken). Het voorbijrazende verkeer op de grotendeels fietsstrookloze autoweg went inmiddels aardig. Maar gezegd moet worden dat de Fransen ruim afstand van me nemen bij het inhalen, zelfs achter me blijven rijden als er geen ruimte genoeg is! Daar kunnen de asociale Nederlandse automobilisten nog een voorbeeld aan nemen, die heb ik zelden betrapt op consideratie met fietsers. In Rochefort ontmoet ik nog 2 jonge Belgische fietsers die op weg zijn naar het zuiden van Marokko, succes mannuh! De fiets in de trein krijgen is nog een avontuur, via verschillende trappen omlaag/omhoog naar het perron, fiets omhoog in de trein takelen, via een smal gangpad naar de aparte (dat wèl) fietsruimte. In Nantes de omgekeerde beweging, daarbij geleerd dat het handiger is eerst de trappers van een ligfiets te verwijderen en de vette ketting met plastic af te schermen (sorry dame in wit). Camping Bel Riviere in St. Luce-sur-Loire even buiten Nantes is erg goed en gezellig ingericht. 30 muggen waren zo vriendelijk mij van advies te dienen bij het opzetten van de tent, slechts een kleine tegenprestatie werd op prijs gesteld.


6 juni, met de trein van Nantes naar Caen.

Een relaxte dag in de zon eindigt met een inschattingsfoutje. De camping is verder weg dan ik de avond ervoor had ingeschat. Ik moet 12 km overbruggen in minder dan drie kwartier, waarbij ik niet meer de dezelfde makkelijke weg terugvind maar de toeristische rivierroute langs de Loire moet nemen. Erg mooi fietsen, maar niet NU! Een wildemansrit volgt, mensen de weg vragen, over hobbelige paadjes, doorsteekjes, stoplichten hebben geen betekenis meer, met welhaast goddelijke intuïtie toer ik rechtstreeks naar het treinstation, waar is de ingang, welk perron, shit moet trap op en af (bagage op- en afkoppelen), ah daar staat de trein, waar is de fietswagon, tuurlijk helemaal aan het eind, shit bagage valt van de fiets, weer optuigen, rennen naar de fietswagon, bagage in de trein geflikkerd, de fiets (wat voorzichtiger) in de trein getuigd...vrijwel direct het fluitsignaal, de trein vertrekt. Zeik- maar dan ook zeiknat van het zweet sta ik als een tb-lijer m'n longen uit m'n lijf te hijgen tussen de andere passagiers, die me met een mengeling van verbazing en gelatenheid aanstaren. Oke, een volgende keer íetsje meer marge inbouwen.

In Le Mans moet ik uitstappen en anderhalf uur wachten op de aansluiting naar Caen. Pas een kwartier voor vertrek wordt het vertrekperron aangekondigd. Een uitdagende procedure maar alles gaat goed. In Caen sta ik omstreeks 22:30 uur buiten. De stationsstraat bestaat uit sjabby hotels, kebab-tenten en rondhangende Wilders-haters maar het is te laat om een camping te zoeken, ik ben te oud en tam om in een portiek wild te kamperen en vind een redelijk hotel.


7 juni, eindelijk weer fietsen.

Het is weer een verademing om weer te fietsen. Zoals in alle steden is er met de fiets uitkomen een uitdaging en vooral tijdrovend. Alle bewegwijzering leidt óf naar musea, hotels en wijken óf naar de snelweg. Al jaren is daarom het kompas mijn trouwe Mas-Mas. Vanaf Caen fiets ik langs de kust naar het noorden. Grotendeels vlak terrein maar mijn 10%-vrinden laten met regelmaat weten dat ik nog kuiten heb. De doorslaande achternaaf hikt vrolijk mee in de laagste versnelling maar houdt het nog wel vol. Onderweg twee Nederlanders die na de heenreis per trein vanuit Caen terugfietsen naar huis. De brug over Pont du Normandy bij Le Havre lijkt indrukwekkend hoog maar blijkt na wat ik inmiddels gewend ben een eitje. Meer strijd kost het klimmen uit het rivierdal met z'n steile wanden. Af en toe moet ik nog diep gaan maar verder mag ik de hele dag lekker fietsen, bij goed weer en veel zweten. Bij gebrek aan een camping verwen ik me na ruim 120 km en totaal 2.550 km op de teller in Fauville-en-Caux met een sjabby hotel. Daar bewijst de kok weer dat Fransen geen Franse friet kunnen bakken.


8 juni, cruisen.

De weg naar en langs de kust is vlak genoeg om te lekker te cruisen, de af en toe steile muren reken ik inmiddels tot het onvermijdelijk meubilair. What doesn't kill you makes you stronger. De zon schijnt steeds door een dreigende wolkenlucht. In deze omgeving blijkt fietsen steeds populairder, er zijn vrij veel vrijliggende fietspaden, van wisselende kwaliteit maar toch.


9 juni, laatste klim.

Op weg naar Boulogne-sur-Mer is het goed fietsen, totdat de stad in zicht komt. De stad uit met kompas lukt wel. Dan de tocht langs de kust naar Calais. Geen vriendelijke strandweggetjes hier. De meest verschrikkelijke kuite(n)bijters begroeten me. Wel mooi landschap en de 70 km/u afdalingen geven een lekkere kick. De laatste klim doemt als een muur voor me op. Met de tong op de kin klettersteig ik krakend de vijand. Aan de top gekomen is de energie meteen weer terug en knal ik meteen door. Het blijkt uiteindelijk de laatste echte klim van de vakantie. Weemoed. Met een maag vol lekkere pasta (eindelijk een goede kok gevonden), spoorzoekend in Calais en in de regen bereik ik na bijna 130 km de camping.


10 juni, au revoir le pain de stockue.

Duinkerken is zoals gebruikelijk alleen met kompas te doorkruisen met de fiets. Uiteindelijk steek ik voorbij Bray-Dunes de Belgische grens over. Hèhe, na vier weken eindelijk fini La France. De tocht langs de Belgische kust is een teleurstelling. Volledig volgebouwd met winkels, kantoren, woontorens en ander overbodig lelijks. Belgen bestaan niet, het zijn Fransen die toevallig bezuiden Nederland wonen, het slechte bewegwijzering'systeem' en dito wegdek hebben ze met elkaar gemeen. Wegwerkzaamheden sturen me na ruim 10 km weer naar hetzelfde Nieuwpoort. Dat het inmiddels is gestopt met zachtjes regenen helpt de stemming ook niet. Koud en nat druip ik Brugge binnen. Erg mooie stad, oud verleden, tig restaurantjes en prima bier. Er is plek in jeugdherberg Charlie Rockets in. Erg leuke tent met gezellig cafe en poolruimte. Ik deel m'n kamer met twee jonge Zwitsers, stereotiepen met lang haar, gitaar, geen toekomstplannen maar genoeg rum-cola. Het type losers dat later tot inkeer komt en in pak ons werkvolk komt vertellen wat te doen. Ook een jonge Amerikaanse werkstudente joins us. Dito stereotiep met overdreven belangstelling voor andermans verhalen. Alles is amazing, fantastic en great. Het blijkt dat de beide Zwitsers een soort van bandje hebben of willen starten. De interesse van de Amerikaanse is onmiddellijk gewekt; zij wil daar wel 'groupie' van zijn. Wat een doos. Dit tafereel speelt zich af terwijl ik me klaar maak voor de nacht; na 140 km slecht weer en een zware Straffe Hendrik houdt opa de oogjes niet meer open. 's Werelds hoop vertrekt uiteindelijk richting kroeg. Rond half vier keert één van hen terug en begint op z'n gitaar te spelen. De rum-cola heeft duidelijk ingekickt. Ik vind het wel komisch maar begin ook al te bedenken hoe ik het beste de gitaar naar z'n oorspronkelijke grondstoffen kan downcyclen. Gelukkig voor Wilhelm keert ie weer naar z'n best mates terug. Later hoor ik nog vaag de triade te bed gaan, de muts verklaart nog plechtig dat ze best friends for ever blijven. De bekrachtiging van deze gelofte heb ik niet meer meegemaakt maar zal ongetwijfeld gemütlich zijn verlopen.


11 juni, Antwerpen.

Ik sta vroeg op, het geronk van de Zwitserse klokkebakkers helpt daarbij. Ik doe niet overdreven stilletjes maar het trio ligt in coma. En ze hadden nog wel zo beloofd gezellig met mij te gaan breakfasten! De rest van de dag kan ik lekker doorfietsen, goed weer, wind mee, vrije en zowaar goede fietspaden. Bij Antwerpen moet ik de voetgangerstunnel onder de Schelde door. Een enerverende ervaring waarbij ik fiets en bagage apart 2 steile roltrappen omlaag en weer omhoog moet slepen. In Antwerpen volg ik korte tijd een LF-route om de stad uit te komen, maar allas, bordje verdwenen en mis amigo het kompas moet me redden. Na bijna 150 km, inmiddels staat de teller op 3.100 km, maak ik kamp bij een natuurvriendenhuis in Grobbendonk. Daar staan ook twee Fransen die terug naar huis fietsen, na uiteraard Amsterdam te hebben bezocht. Waarom wil iedere buitenlander toch zo graag Amsterdam zien, daar wonen immers alleen maar irritante mensen die zeker weten dat je buiten hun 'metropool' van de wereld valt? Enfin, vlakbij de camping eet ik eindelijk goede patatten, bij een Chinese friettent. Alleen jammer dat ze in België geen pindasaus kennen.


12 juni, laatste dag in België.

Een mooie tocht langs het Kanaal Bocholt-Herentals (ook wel Kempisch Kanaal of Maas-Scheldekanaal genoemd) brengt me naar Wezel (bij Balen). Daar geniet ik de gastvrijheid van Hans en Wiena, vrienden van 'vroeger' die nu in België wonen en die ik al jaren niet meer had gezien.


13 juni, at last, Pays Bas.

De volgende dag bereik ik eindelijk Nederland. Ik neem de wat oostelijke route via de Zuid-Willemsvaart naar Nijmegen en verder omhoog. Hier en daar wordt ik geconfronteerd met perfecte wegen waar ik niet op mag, terwijl ik in Frankrijk op honderden km vergelijkbare wegen heb gefietst. Op zich geen probleem maar af en toe laat men na om je snel naar een fietsalternatief te verwijzen. Schrik, is Nederland dan toch niet perfect?! Het fietsen gaat zo lekker dat ik zomaar 200 km wegtrek tot aan Zutphen. Daar overnacht ik bij m'n zus Mariska en spouse Erik.


14 juni, noar huus.

De laatste 100 km is een eitje. Wel heb ik ineens last van tegenwind, 5 weken lang nauwelijks gehad.


Epiloog

De totaalscore is ca. 3500 km in 37 dagen, totaal fietstijd 172 uur, per dag gemiddeld 4,5 uur en 95 km.


Pros: veel gezien, gedaan, geleerd. Individueel zijn de meeste Fransen erg aardig en behulpzaam. Weinig dikke mensen gezien, mooie vrouwen dus. Maar ja, dat pain du stockue vult dan ook voor geen meter. Ik ging alleen in de verkeerde (vutters)tijd dus de grijze golf overspoelde de campings.De koffie is erg goed (belangrijk) en gelukkig importeren ze het bier dus ook dat is prima weg te klokken. Het Franse stokbrood is zoals bekend geen echt brood maar gelukkig zijn er voldoende steviger en smakelijker alternatieven. Ook de banketbakkers hebben goede zaken met me gedaan.Tot slot houden de Franse automobilisten bij het inhalen erg goed rekening met (in ieder geval lig-)fietsers.


Cons: in toenemende mate irriteerde me de Franse uitspraak, laten we eerlijk zijn, het is toch een beetje een wijferig taaltje. En dat zo goed als geen Fransman/-vrouw Engels begrijpt is illustrerend voor de toch wat introverte en arrogante houding van deze enclave. Als je zelf bijna 3 buitenlandse talen kent maar net geen Frans wordt dat je bijkans nog kwalijk genomen ook. Verder is er in de toch erg saaie dorpen niets, ik herhaal niets, te beleven. Vaak ook niets te koop ondanks het voldoende aanbod van winkels, maar ja die sluit je natuurlijk het overgrote deel van de dag, heb je verder tijd voor du pain, du vin et du toxin (=stinkkaas). De cafés zijn grotendeels bevolkt door gokkende retards die geen behoefte hebben aan gezellige terrasjes. Die zijn er dan ook niet. Ook de meeste stedelijke centra zijn niet erg gezellig ingericht, behalve dan de toeristische plaatsen waar het wel erg goed toeven is (met name langs de kust).En natuurlijk die belabberde bewegwijzering, het pas ná de afslag aangeven waar die naar toe gaat zal ongetwijfeld voor hen volstrekt logisch zijn (idem België). De roemruchte Franse cuisine heb ik niet mogen ontdekken. Een lap vlees met slappe friet en een toetje van de Lidl is zo ongeveer de norm. De uitzondering daargelaten. Zal liggen aan het niveau van de restaurantjes die ik heb bezocht, maar ja, bij de goede (lees: duurdere) restaurants in Nederland is het ook niet slecht knagen.En wat is dat voor iets raars met die belachelijke Franse toetsenborden? Bijna iedere toets is anders gedefinieerd, valt niet op te typen.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!